Er is veel lief op de Zilveren Schaats, en soms ook leed. Zoals afgelopen nacht, toen het jongste lammetje in de Ridderschapsvaart viel en verdronk, slechts een dag oud. De ongelukkige moeder stond de hele nacht te blèren, op zoek naar haar lam, heel aandoenlijk. Je kunt zeggen: het is de natuur, maar de herdersgroep is aangedaan, begrijpelijk, want de herders zijn zeer betrokken bij het wel en wee van de kudde. In twintig jaar schapenbeheer is het twee keer eerder voorgekomen dat een jong lammetje overleed op de Zilveren Schaats. Vlak na de geboorte is de spiercoördinatie namelijk nog niet 100%, en een ongeluk schuilt in een klein hoekje.
Eerder deze week mochten we vier lammetjes (twee wit, twee bruin) welkom heten, de komende weken verwachten we er nog meer, als we mogen afgaan op de dikke buiken. Daarom is de hele kudde vandaag vervroegd naar de winterweide gebracht. Die weide ligt hoger, achter de Ridderschapsvaart, is een stuk kleiner en minder voedzaam, maar wel veiliger en meer beschut. De kudde kan daar weer tot rust komen.
Onze schapen zijn van het Maasduinras, een wildere soort, en zijn gewend om het hele jaar buiten te grazen. Om de risico's op infecties (hoefrot) te minimaliseren, hebben we het terrein ingedeeld in percelen en laten we de kudde gedurende het jaar in een vast schema rouleren. De bovenweide stond in de planning voor eind januari, maar dat is nu dus vervroegd. Als straks alle ooien hebben gelammerd, bekijken we aan de hand van de conditie van het terrein of en hoe het beweidingsschema moet worden aangepast. Hopelijk kan de kudde snel weer naar de weide aan de kant van de Zilveren Schaats, daar kunnen de lammetjes toch het leukste spelen en ravotten.
Foto: schapen op weg naar de hogergelegen winterweide